“Ik zeg het eerlijk … Er zijn geen sterren zo lieftallig als de straatlantaarns van Edinburgh.”
Dat schreef een beroemde inwoner van de Schotse hoofdstad, Robert Louis Stevenson, auteur van onder andere Schateiland en geestelijk vader van Jekyll & Hyde. Ruim honderd jaar later klinkt dat misschien dichterlijk overdreven, maar lieftallig is nog steeds een passend etiket voor Edinburgh (spreek uit: Edinbrâ terwijl je de ‘r’ even laat rollen). Volgens velen is Edinburgh op z’n best tijdens het internationale kunstfestival dat inmiddels vijftig jaar draait. Het loopt van half augustus tot begin september en zet stad en wijde omtrek op z’n kop. Als je daarvan getuige wilt zijn is het vroeg boeken geblazen. Het programma is beschikbaar vanaf april en het loopt altijd storm.
Maar met de komst van een aantal nieuwe attracties en bezienswaardigheden is een retourtje naar “het Athene van het Noorden” ook buiten de festivalperiode zeker z’n geld waard. En niet alleen voor kunst, cultuur en Schotse literatuur, om te struinen in de beste tweedehands kledingwinkels (zoals Armstrong op de Grassmarket), om op een middag zoveel mogelijk Schotse whisky te proeven of om sinterklaasinkopen te doen bij Jenner, de Harrods’ van Schotland.
Victoria Street is een bochtig middeleeuws straatje dat van de Grassmarket omhoog kruipt naar het hart van de stad. Sommige gevels van ouderwets pleisterwerk zijn vrolijk gesausd in roze of lila en achter een van de gewaagd geverfde puien gaat de kookboekenwinkel schuil van Clarissa Dickson Wright. Zij was rector magnificus aan de universiteit van Aberdeen, maar beter bekend als een van de ‘two fat ladies’ in de gelijknamige culinaire televisieserie. Op deze herfstige maandagochtend (we schrijven 1999) was er van haar geen spoor, maar de straat is allesbehalve uitgestorven. Bestelauto’s rijden af en aan om de winkels, kroegen en restaurantjes te bevoorraden. Studenten met piercings in neusvleugels, lippen en oorlellen en met trendy kapsels zoals pipi langkousvlechtjes met knalpaarse coupe soleil (ofwel coupe aubergine) dalen verend de helling af richting universiteit, met hun studieboeken onder hun arm.
De andere richting uit klimt een stel Spaanssprekende toeristen moeizaam omhoog, op weg naar The Hub; van buiten nog steeds een godshuis maar van binnen verbouwd tot huisvesting voor de organisatoren van het jaarlijkse internationale kunstfestival, in z’n soort de grootste happening ter wereld. Hun zenuwcentrum – onder de rook van het kasteel dat hoog boven de stad uittorent – werd jongstleden juli persoonlijk door koningin Elizabeth geopend. Het herbergt onder andere een brasserie, een winkel en een tentoonstellingsruimte en is het hele jaar open.
Schuin tegenover de ex-kerk is de bezoekersingang van het Schotse Parlement, in de volksmond Holyrood genoemd zoals het Engelse Parlement in Londen wordt aangeduid met Westminster. “De komst van het parlement heeft de stad nieuwe energie en zelfvertrouwen gegeven,” zegt de Edinburghse kunstjournaliste Jackie McGlone. Dat verklaart wellicht de stroom plannen voor nieuwe attracties en bezienswaardigheden, waarvan een aantal al is gerealiseerd. Een daarvan is ‘Dynamic Earth’ dat net als The Hub sinds juli open is. Het verteld het verhaal van het ontstaan van de aarde met behulp van de nieuwste beeld- en geluidseffecten en technische trucs waarmee een heuse ijsberg is gecreëerd. Je kunt er ervaren hoe een vulkaanuitbarsting voelt, compleet met gesmolten lava en de geur van zwavel. Afkoelen kan in het nagemaakte tropisch regenwoud waar de flinke regenstorm tot een van de traktaties behoort.
De Dean Gallery (geopend in maart 1999) is gewijd aan surrealistische en hedendaagse kunst. Om het neoclassicistische gebouw dat achtereenvolgens dienstdeed als weeshuis, verpleegstersschool en opleidingscentrum, hangt een Parijse sfeer. Binnen in het Dean museum wacht het nagebouwde Londense atelier van de kunstenaar Paolozzi, dat intrigeert door de duizenden boeken, gipsen beeldjes, gebeeldhouwde koppen die hij doneerde en nu staan opgesteld alsof de kunstenaar elk moment kan aanschuiven. In het atelier hangen zijn goedgevulde boekenplanken en staat zijn bed (een hoogslaper). Uit een transistorradiootje op een van de werktafels komt operamuziek. Op een ander bureau liggen stapels oude kranten en tijdschriften naast schaar en plakboek, klaar om de collages mee te maken die als inspiratie dienen voor Paolozzi’s kunstwerken. Maar ook de collectie met schilderijen van Miró, Dalí, Ernst, Margritte, Tanguy, Delvauz en Picasso is niet te versmaden. Evenals het zelfgebakken citroengebak met cappuccino in het museumcafé.
Links:
Edinburgh International Festival en andere festivals: www.edinburghfestivalcity.com
VVV Edinburgh, de officiële website: https://edinburgh.org/
Over de beroemde Forth spoorbrug zo’n zeven kilometer ten noorden van de stad: https://www.forth-bridge.co.uk/
© Sitara Morgenster